Elke groente die niet stuk kookt kan je tot hoofdbestanddeel van een Thaise curry maken. Hier zijn de hoofdrolspelers puntpaprika en bloemkool; natuurlijk ontbreekt de kokosmelk niet.
Voor 2 personen
Bakje vegetarische kipstukjes van ongeveer 180 gr.
Stukje gember van 2 cm, klein gesneden; 2 tenen knoflook, klein gesneden, flinke eetlepel Thaise currypasta, kijk hier hoe je zelf currypasta kan maken; 1 tomaat, in kleine stukjes gesneden, een handvol kleine bloemkoolroosjes; 200 ml. kokosmelk; scheutje Thaise vissaus; sap van een halve limoen; 2 puntpaprika's, in kleine blokjes gesneden.
Bak in een koekenpan de kipstukjes in wat olie tot ze bruin en knapperig zijn. Zet apart, maar houd het warm door de deksel op de pan te doen.
Bak ondertussen in een wok in olie op middelhoog vuur de gember ongeveer 2 minuten. Voeg de knoflook toe en bak nog eens 1 minuut. Doe de currypasta erbij en bak 2 minuten mee. Voeg de tomaat en champignons toe en bak nog eens 1 minuut. Voeg de kokosmelk, vissaus, limoensap en puntpaprika's toe. Laat alles zachtjes pruttelen tot de paprika gaar is; reken op ongeveer 15 minuten. Als je de paprika zachter wilt hebben, laat het dan wat langer pruttelen. Voeg op het laatst de kipstukjes toe en warm nog even door.
